De keuze van Philip Huff (#5)
Dit keer: een boek, een radiorubriek, een gedicht en nog een gedicht
Opstand: Marijn Kruk over de populistische revolte
Hoe worden die rechtse, racistische, misogyne en veelal mannelijke politici, die een bedreiging vormen voor onze meest basale grondrechten (het zijn allemaal vriendjes of bewonderaars van Poetin, dat moet toch iets zeggen), van de VS tot Europa toch zo populair - en wat betekent dat voor onze toekomst?
Die vragen spoken bijna dagelijks door mijn hoofd.
Omdat mensen vaak racistischer en seksistischer en conservatiever zijn dan we willen weten, ja, dat is één duidelijk antwoord.
Maar wat speelt er nog meer, wat zijn de andere redenen die ten grondslag liggen aan de deze ontwikkeling, zowel aan de kant van de populistische politici als aan die van de verongelijkte kiezers?
In zijn geweldig geschreven en zorgvuldig onderbouwde boek Opstand: de populistische revolte en de strijd om de ziel van het westen reist de Nederlandse journalist Marijn Kruk letterlijk en literair kriskras door Europa en Noord-Afrika, met een doel dat al die reizen bij elkaar houdt: begrijpen wat de achterliggende factoren zijn voor het succes van deze ‘populistische revolte’.
Kruk begint zijn boek in Parijs, in 2013, de stad waar hij jarenlang correspondent was, met de zelfdoding - in de Notre Dame - van een 78-jarige extreemrechtse historicus, de ‘vader van radicaal-rechts’. Met zijn daad vraagt Venner aandacht voor zijn racistische theorieën over de vervanging van de Franse en Europese bevolkingen. Tien dagen na zijn zelfdoding staat er een andere, oudere, witte man bij dezelfde Notre Dame om Venner te prijzen. Zijn naam is Renaud Camus, en hij gelooft ook in deze omvolkingstheorieën. Het duurt even, schrijft Kruk, maar Venners en Camus’ doemverhalen vinden ten slotte in Frankrijk - en elders - gehoor.
Kruk betitelt 2015, het jaar van Charlie Hebdo en Soumission en de opkomst van IS, als een kanteljaar voor de grote opleving van onlust bij ontevreden kiezers en van machtslust bij opportunistische politici - maar niet alleen daar:
Een schrijver in de opening van het achtuurjournaal, en dan ook meteen tien minuten lang - dat is iets wat eigenlijk alleen in Frankrijk kan. Het is 6 januari 2015, en Michiel Houellebecq maakt zijn opwachting op het journaal van de commerciële zender TF1, het meest bekeken televisiejournaal van Europa. Aanleiding is zijn nieuwe roman, Soumission - over een machtsovername van een Frankrijk door de moslimbroederschap.
Kruk bezoekt en onderzoekt vervolgens het Hongarije van Órban, het Duitsland van het AfD, het Oostenrijk van Haider en zijn opvolgers, het Engeland van de Brexiteers, het Italië van Salvini en Meloni, en het Nederland van Baudet en Wilders en weet daar elke keer aan de hand van een schrijnend voorbeelden het succes van al deze volksmenners te duiden. Hij spreekt met filosofen, journalisten, ondernemers, studenten, bezoekt leerateliers, bierkelders en jachtverenigingen en behandelt de zon- en schaduwzijden van de erfenis van de culturele revolutie van de jaren zestig, de verregaande individualisering en de vervreemdende ‘moderniteit’, en laat langzaam maar zeker zien wat de populistische revolte voedt en doet: de rechtse retoriek creëert een politieke ‘werkelijkheid’ die vervolgens weer met rechtse retoriek kan worden bestreden.
En door alle aandacht voor deze retoriek en het electorale succes ervan, groeit de aandacht - en het electorale succes - verder.
Het probleem dat nu voor enkele van deze populisten ontstaat is dat deze retoriek weinig tot niets met de échte politieke werkelijkheid en de problemen aldaar van doen heeft - en dat deze ‘leiders’, als ze politieke verantwoordelijkheid krijgen, in die werkelijkheid veelal (harder) falen dan de politici die ze bekritiseerden.
Een eigen voorbeeld: je kunt voor het Brexit-referendum een bus laten rondrijden met een leugen erop wat de EU kost en wat dit voor de nationale gezondheidszorg betekent, en vervolgens de oplossing geven voor dit verzonnen probleem: een vertrek uit diezelfde EU. Dit vertrekt lost echter geen van de reële problemen op die de onrust onder de Britse bevolking voedt: een nog altijd overspannen NHS én een cost of living crisis, dus: zeer reële armoede, werkloosheid, woonproblematiek en klassenjustitie. Trump werd ook niet herkozen.
Kruk ziet de populistische politici het tij van de moderniteit niet keren - en de bijhorende problemen ook niet oplossen. Zo ontstaan volgens hem wél de mogelijkheden voor een contra-revolte en kansen voor “links”.
Ik weet het niet. Om in het Verenigd Koninkrijk te blijven: Keir Starmer is een boel, maar niet echt links. Hij is, volgens mij, eerder Newer Labour. En dergelijk neoliberaal ‘links’ beleid is gevaarlijk: die weg leidt onvermijdelijk verder naar radicaal-rechts. Kruk is derhalve optimistischer over ‘de strijd om de ziel van het Westen’ (liberalisme versus illiberalisme) dan ik ben, maar dat is eerder een aanbeveling dan een kritiekpunt. Het boek stemt ondanks alles, en in de woorden van Beatrice de Graaf, hoopvol. En helpt de lezer om de huidige stand van zaken in het Westen wat beter te begrijpen.
(Lees hier de fijne Volkskrant-recensie van Jan Tromp: ‘Opstand van Marijn Kruk hoort boven op de stapel met boeken over radicaal-rechts.’)
Noot: Substack hanteert blijkbaar standaard de mogelijkheid om als lezer iets te pledgen. Enkelen van jullie hadden dat gedaan! Dank. Bij het activeren van die pledges heb ik iets verkeerd gedaan, dus ze zijn niet omgezet in betaalde abonnementen. Dat moet nu verholpen zijn. Als je iets wil geven, kan dat dus. Dank.
Tips: nog meer leesvoer
Ik was te gast bij Nieuwsweekend op NPO Radio 1 om te praten over drie geweldige boeken:
Leon Verdonschots Ronnie Flex, de wervelende biografie van een van de grootste popmuzikanten van Nederland, een treffende beschrijving van kunstenaarschap.
Mary Gaitskills Dit is lust, een slim, prikkelend en bondig boek over metoo - belangrijk, nu deze progressieve beweging al weer enigszins lijkt te worden getemperd.
Mark Janssens Dromer, een prachtig getekend kinderboek over denkers, doeners en… dromers!
Klik hier of op de afbeelding om naar het item te kunnen kijken en luisteren.
Voor alles: een samenwerking
Schrijver Peter Zantingh heeft een nieuwsbrief over schrijven, De vierde versie, naar eigen zeggen vol een tweewekelijkse substack met ‘veel te gedetailleerde analyses van waarom een scène, songtekst of slotzin nou zo goed is’.
Ik vind die analyses helemaal niet te gedetailleerd, sterker nog: ik geniet ervan. Zoals bijvoorbeeld deze, over Bluey, of deze, over de slotscène van Claire Keegans geweldige roman Foster. (Onderdeel van een tweeluik, het andere stuk gaat over de achtergrond van de cover van dat boek.)
Peter wilde dit keer iets schrijven over ‘Voor alles’, een lied van Wende Snijders, een bewerking van een gedicht van Joost Zwagerman - en hij vroeg mij of ik iets over dat gedicht wilde schrijven.
Nou, dat wilde ik wel. Dus vervul ik een gastrol in de meest recente Vierde versie: ‘Hoe een vergeten mailtje een memorabel liedje werd - En over het verschuiven van een cruciale zin.’ Ik probeer uit te leggen waarom dat gedicht volgens mij zo goed werkt. Ik hoef je hopelijk niet te vertellen hoe leuk ik vind dat Peter dat vroeg, en dat dat zo gemakkelijk kan ook, door Substack: samenwerken, verschillende media gebruiken en mensen vinden die zich interesseren in dezelfde dingen als waarover jij denkt. Abonneer je hier op Peters nieuwsbrief.
Tips: en verder op het internet
Haro Kraak over een ‘gezellige’ studentenvereniging met nauwe banden met extreemrechts. (de Volkskrant)
Charisma Hehakaya schrijft: ‘Je wordt ziek. Hoe goed je daarvoor wordt behandeld, hangt af van je inkomen, opleiding en afkomst.’ (De Correspondent)
Thomas Rueb over Kamala Harris, de nieuwe president van de Verenigde Staten? (de Volkskrant)
En Amanda Kuyper voert een opbeurend gesprek over jazz. ‘Lang dacht ik dat je maar voor één genre kon gaan. Hier zag ik dat er geen grenzen zijn’. (NRC)
Dat je niet één ding hoeft te kiezen, bewijst Fergus McCreadie, met zijn combinatie van Schotse volksmuziek en jazz:
O ja, Nick Cave heeft een nieuwe plaat uit - met The Bad Seeds (lees ook dit interview uit Volkskrant Magazine van dit weekend):
Het gedicht van de maand…
… is dit keer ‘Tender’, van Sophie Klahr.
‘If it bleeds, it leads,’ is een bekend nieuwsadagium. Het nieuws in de krant, in je nieuwsbrieven, op je socials, op websites én het nieuws in je leven: het kan overweldigend zijn, te veel. Alle conflicten, al het geweld, alle dood overal. Het doet vermoeden dat de mens niet deugt, of meer dan ‘vermoeden’ bewijst het dat ‘de’ mens niet deugt. En wij zelf zijn ook mensen, dus wij deugen ook niet. We doen immers niets tegen al deze ellende. Dat maakt boos. Of verdrietig. Of allebei.
Een begrijpelijke reactie kan zijn om ons af te sluiten voor de wereld. Maar wat brengt afzondering, woede of verdriet ons? Niet veel. Wat kunnen we dan wél tegenover Het Nieuws stellen?
Ook ik ben bekend met nieuwsverdriet, met dat gevoel van ongenoegen en desillusie dat voortkomt uit alle koppen in de krant en op nieuwswebsites, en een daarbij behorend gevoel van machteloosheid. Mijn werk bestaat er immers uit met de wereld in gesprek te treden, maar ik weet soms gewoon niet meer wat ik moet zeggen of doen, of wat te schrijven. Dan denk ik aan dit gedicht van de Amerikaanse Sophie Klahr. Ik heb het altijd gelezen als een oproep tot lezen, tot schrijven, tot creativiteit en verdieping. Zelfs als dat allemaal niets meer oplevert dan een klein gedicht dat niet veel lijkt te doen maar in feite het onmogelijke verricht: het troost de schrijver, de lezer, en bewijst de getroffenen uit het nieuwsbericht – in dit geval een beer – een dienst. Méér dan de formele regels, is kunst een manier om ruimte te maken voor het onbevattelijke, de geest op te rekken. En een klein gedicht kan dat al bewerkstelligen.
Goed, dat was ‘m weer. Stuur deze nieuwsbrief vooral daar aan iemand van wie je denkt dat die ‘m kan waarderen. En laat me weten wat je vindt van de genoemde boeken, de gegeven tips of het besproken gedicht (kan hier gewoon met een reply).
En lees in de tussentijd Open. Of luister het boek hier. Dank. En tot de volgende!