De keuze van Philip Huff (#7)
Dit keer: een kinderboek, twee boeken, een opiniestuk, een ode én een gedicht
Robin de Redder ik maakte met Claire Witteveen een kinderboek voor de KNRM
Ik heb mijn eerste kinderboek geschreven! Robin de redder, heet het - en het was geweldig om te doen. Claire Witteveen maakte de tekeningen - en die zijn méér dan geweldig om te zien.
Hoe kwam dat zo, dat Claire en ik een kinderboek maakten?
De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) bestaat 11 november 200 jaar.
Er is veel veranderd in die 200 jaar: van roeireddingboten naar snelle motorboten en van kurken reddingvesten naar speciale overlevingspakken. Onveranderd is dat KNRM'ers het werk geheel kosteloos en vrijwillig doen.
Ja, dat lees je goed: bij een vermiste surfer of een kapotte zeilboot redden en helpen de mensen van de KNRM kosteloos, dit dankzij de inzet van professionele vrijwilligers en de vrijwillige bijdragen van betrokken donateurs en bedrijven. De overheid financiert de KNRM niet.
Het is belangrijk dat de mensen weten wat de KNRM doet, hoe ze dat doen, en wie hen daarbij helpt. Zodat ze zelf, als ze dat willen, ook een handje kunnen helpen.
De lieve mensen van de KNRM vroegen Claire en mij of we geen boek wilde maken voor de jongste mensen in Nederland om een reddingsverhaal te vertellen. We maakten, als vrijwillige bijdrage, een kinderboek, Robin de redder, dat in een oplage van 60.000 verschijnt - en vanaf dit weekend gratis in de winkels van Intertoys ligt. Neem er een mee, als je in de buurt bent of toch Het speelboek gaat halen.
Samenvatting van het plot: de pakjesboot van Sinterklaas komt in de problemen! Robins ouders gaan helpen. Zij moet mee naar de reddingsschuur. En iemand vaart daar stiekem met hen mee (in een kinderboek kan alles - en nog veel meer):
En een warm welkom voor alle nieuwe lezers! Dank.
De mythe van het gezin Lotte Houwink ten Cate
Onlangs verscheen De mythe van het gezin, van Lotte Houwink ten Cate (1990), een essay over, jawel, de moderne mythe van het kerngezin. Met haar essay daagt Houwink ten Cate een van de meest hardnekkige hedendaagse maatschappelijke idealen uit: het kerngezin. Ze bekritiseert dit instituut aan de hand van een combinatie van persoonlijke ervaringen als alleenstaande moeder en cijfers en voorbeelden uit historisch en hedendaags onderzoek.
Het verfrissende: Houwink ten Cate is niet tégen het kerngezin, maar wel tegen de dominantie ervan, tegen het knechtende van het model; haar boek is een uitnodiging om ons te bevrijden van de terreur van dit instituut en nieuwe, meer inclusieve vormen van samenleven te overwegen. Ze bepleit niet zozeer afschaffing maar uitbreiding.
De mythe van het gezin is een noodzakelijk tegengeluid voor iedereen die zich afvraagt waarom het gezin nog altijd als de norm wordt gezien, terwijl we weten wat voor ellende het kan opleveren - hoe liefde, vreugde en seks er vaak bij inschieten - en steeds meer mensen ook alleenstaand wonen en leven. Aan de hand van een vat vol verwijzingen, een scherpt pen en een heldere analyse laat Houwink ten Cate zien hoe politiek en cultuur ons vasthouden aan achterhaalde opvattingen over gezin, zorg en liefde.
Een boek dat je aan het denken zet over wat écht belangrijk is in het leven en hoe we onze huizen, levens en gemeenschappen beter kunnen inrichten voor iedereen.
Enerzijds is de moeder alles, anderzijds wordt het werk dat ze levert maatschappelijk ondergewaardeerd en als gratis service opgeëist. Dat is een gekmakende paradox. Het vermoeiende aan moederschap is niet het kind, maar de absurde discrepantie in de verschillende morele eisen die aan moeders en vaders worden gesteld.
En beide, denk ik, worden daar zelden gelukkig van.
Lees ook dit essay van Houwink ten Cate uit de Volkskrant: ‘Als het gaat om zorg, liefde en seks is het tweeoudergezin vaak ontoereikend. Waarom is het dan nog steeds de norm?’
Camping Maartje Wortel
De unieke Maartje Wortel (1983) schreef een heerlijk boek waarin ironie, humor, ernst en tragiek naadloos in elkaar overlopen.
Camping begint met Victorien, die na een ingrijpende relatiebreuk een camping overneemt en zo een toevluchtsoord creëert voor zichzelf én voor een bonte stoet gasten. Wat volgt, is een kleurrijke parade van personages die elk in hun eigen hoofdstuk en op hun eigen manier proberen te ontsnappen aan het dagelijks leven. Van een gevallen beroemdheid tot een uitgebluste ondernemer, ieder personage heeft zijn eigen verhaal, en Wortel schetst ze met een scherp observatievermogen en veel mededogen. De lichte toon waarmee ze zowel hun kleine successen als hun grotere falen beschrijft, maakt dit boek onweerstaanbaar. Ik heb waarschijnlijk net iets te vaak moeten lachen.
Maar Wortel weet precies hoe ze de menselijke zwakheden moet portretteren zonder cynisch te worden. Camping is niet alleen grappig en verfrissend, maar biedt ook troost. En is trouwens prachtig gebonden uitgegeven.
Het restaurant stond niet voor niets aangeschreven als zeer goed. Tafels werden weken, zo niet maanden van tevoren geboekt vanwege de uitzonderlijke wijnkeuze van de sommelier die, zo had in een recensie gestaan, met het grootste gemak van het pad ging. Wie van het pad ging hoefde schijnbaar niets toe te lichten, want in tegenstelling tot de uitleg die bij de gerechten kwam, zei de sommelier vrijwel niets. Hij schonk de wijn zelfverzekerd in, waarna hij verdween.
Gelukkig zegt hij niets, zei Victorien tegen Ode. Ik proef al die woorden toch niet.
Dat geldt voor jou, zei Ode. Voor veel gasten verrijkt een beetje context hun ervaring.
Dat is er juist zo aanstootgevend aan, zei Victorien.
Ode tilde haar wijnglas op om te klinken.
Lees ook de recensie van Thomas de Veen voor NRC: ‘Zo verleidelijk, die camping die Maartje Wortel beschrijft – té verleidelijk eigenlijk.’
Klare taal Mijn NRC-essay over de zogenaamde ‘heldere taal’ van de populisten in ons parlement
Populisten manipuleren kiezers met ‘klare taal’. Taal die de complexiteit van de politieke realiteit platslaat in oneliners, is niet bedoeld om burgers duidelijkheid te geven, maar om macht uit te oefenen.
BBB-leider Caroline van der Plas heeft de Klare Taalprijs van de Nationale Jeugdraad gewonnen. Dat is een jaarlijkse onderscheiding voor politici die volgens de koepel van veertig jongerenorganisaties in duidelijke taal spreken en daarmee de politiek ‘toegankelijk’ maken. In het BNNVARA-televisieprogramma Bar Laat stelde de fractievoorzitter van de BBB erg trots te zijn op deze prijs. „Dit is waar we het voor doen. Dat mensen snappen wat politiek is. Supermooi.”
Supermooi, inderdaad. Alleen: Van der Plas spreekt helemaal geen klare taal. De BBB-voorvrouw praat wellicht in begrijpelijke woorden maar daarmee versluiert ze voornamelijk politieke en bestuurlijke complexiteit. Hoogleraar economie aan de Vrije Universiteit Bas Jacobs betitelde bij BNR de Miljoenennota van het kabinet-Schoof als „een overkill van wollige ambtelijke teksten en underkill van concrete uitwerkingen van maatregelen”.
Lees verder op de website van NRC:
Verdriet hebbende in hare Sexe Mijn ode aan Hendrickje Lamberts van der Schuur voor het Amsterdam Museum
Ik schreef een brief aan Hendrikje Lamberts van der Schuur (1609– 1659), een ode aan haar leven en haar liefde, Trijntje Barents - een tekst om het beeld van Amsterdam als 'homohoofdstad' van wat kanttekeningen te voorzien en het patriarchale geweld tegen vrouwen inzichtelijk te maken. Met naamsvermeldingen voor Rembrandt, Nicolaes Tulp, Aris Kindt, Frans Hals en Frederik Hendrik. Bijzonder om te schrijven.
Jacob van Loo Amarilles kroont Mirtillo met bloemenkrans, 1640-1660.
De tips
Dit prachtige stuk van Jeannette Cooperman onderzoekt de betekenis van ‘thuis’, zowel ‘longing’ als ‘belonging’: There Is No Place like Home, Whatever That Is. (Common Reader)
Beetje late to the party maar: Industry is Succession meets Gossip Girl. Is die sweetspot het middelpunt van je gedroomde venndiagram voor een serie? Kijken!
Ik ga binnenkort naar concerten van Joan as Police Woman, Charlotte Day Wilson, Avishai Cohen, Brad Mehldau en Iron & Wine. Niet toevallig hebben die allemaal nieuwe platen uit - en ze zijn allemaal goed. Check bv. deze track:
Het gedicht van de maand…
… is dit keer ‘De zielenstrijd van geliefden’, van Rumi.
Het meest vertrouwenwekkende over onze relatie dat mijn partner ooit tegen mij heeft gezegd is dat ze zeker weet dat er niets is wat wij samen niet aankunnen. Dat betekent niet, verzeker ik u, dat ze altijd even blij is om mij te zien, of dat zij altijd de redelijkheid zelve is. Het betekent simpelweg dat zij heel sterk voelt dat wij na onze onenigheden elkaar weer kunnen vinden en weer bij elkaar kunnen komen. Toen ik haar vroeg waarom zij dat dacht, zei ze dat wij nog steeds een beter oog krijgen voor onze eigen tekortkomingen én die van de ander – en daar steeds beter mee kunnen omgaan. In het geval van de eigen tekortkomingen betekende dat dan: hard werken aan ons eigen gedrag, en in het geval van die van de ander: mildheid, maar geen vermijding; begrip, maar geen goedkeuring; helderheid, maar geen wreedheid. En het lukte ons ook nog eens ná een ruzie. Die brachten ons in feite dus dichter bij elkaar dan dat ze ons uit elkaar dreven. Het is niet ingewikkeld je voor te stellen verliefd te worden op zo’n wijs iemand.
Meer dan achthonderd jaar geleden kwam Rumi met een vergelijkbaar inzicht: alle mensen, dus ook wij, zijn beschadigde mensen, in een niet zo’n ideale wereld, en het kan dus niet anders dan dat wij elkaar kwetsen, verdriet doen, teleurstellen. Maar het is ook zo dat wij ná die pijn ook toenadering kunnen zoeken en vergeving kunnen vragen of schenken, en elkaar kunnen helpen helen. Dat is, in het groot en in het klein, wat een relatie tussen twee geliefden is: goede intenties hebben, maar door verleiding en verlangen niet altijd het juiste gedrag vertonen. Door geruzie, door te kwetsen of door gekwetst te zijn, verliezen we elkaar; door moeite te doen, door het gezamenlijke geweeklaag door te spitten en elkaar te horen en te troosten, door de pijn te helen en de relatie te herstellen, vinden we onszelf en elkaar weer en wordt duidelijk wat we nodig hebben.
Ja, dat was ‘m weer! Stuur deze nieuwsbrief vooral daar aan iemand van wie je denkt dat die dat kan waarderen. Dank. En tot de volgende!